Extreme temperaturen, een uitzonderlijk warme novembermaand en toch blijft het klimaat voor velen een ver-van-je-bed-show. "We doen het in ons broek bij de gedachte dat de wereld 3 á 4 graden warmer wordt", zegt journalist Jeroen Smit. Wat staat ons te wachten?

Kauthar Bouchallikht, Jeroen Smit en Marco Verhoef

Twintig jaar geleden waren de extreme temperaturen die we vandaag de dag zien misschien moeilijk voor te stellen, nu behoort het tot de realiteit. "Waarschijnlijk hadden toen veel mensen gezegd: dat geloof ik niet", zegt meteoroloog Marco Verhoef. Twee jaar geleden zou hij zelf ook twijfelachtig hebben gereageerd, op de vraag of het in Nederland ooit veertig graden zou worden, vertelt hij bij M. "Ik had niet verwacht dat dat zo snel zou gebeuren."

Stijgend gemiddelde 

"Eén keer warm is niet zorgelijk, veel keer warm, is dat wel. Zeker als daar bijna geen kou tegenover staat", vervolgt Verhoef. Dat klinkt voor velen misschien ingewikkeld. "Als je eigenlijk alleen maar warmterecords scoort, dit jaar meer dan tien… Tegenover geen enkel kouderecord, dan kan er maar één ding spelen en dat is een gemiddelde dat stijgt. Na het gemiddelde gaan we richting het klimaat en het wordt steeds opnieuw aangetoond dat het klimaat aan het opwarmen is. Dat is zorgelijk."

Lees ook:

'Ik, hier, nu'

Doodeng, noemt journalist Jeroen Smit de huidige klimaatsituatie. "We doen het in ons broek bij de gedachte dat de wereld 3 a 4 graden warmer wordt." Veel mensen willen er niet aan denken wat er dan allemaal op ons af zal komen, legt hij uit. "Misschien betekent het namelijk wel dat we niet meer kunnen reizen of geen vlees meer eten." Mensen zijn bang dat ze allerlei dingen niet meer mogen, voegt hij toe. "Dus, we hebben er gewoon geen zin in. We willen blijven in het perspectief van 'ik, hier, nu'. We hebben geen zin in het perspectief van 'zij, wij, straks, dáár', maar daar móéten we naartoe."

‘’We doen het in ons broek bij de gedachte dat de wereld drie, vier graden warmer wordt’’, zegt @jeroensmitenzo over de klimaatverandering. #ditisM pic.twitter.com/L1VaTSBwXS

— Margriet van der Linden (@dit_is_M) December 1, 2020

Gebrek aan urgentie 

De urgentie blijkt dus bij velen niet door te dringen, in ieder geval niet tot het punt dat men het gedrag wil aanpassen. "Ik denk dat we de urgentie nog niet voldoende voelen. Het is nog altijd een ver-van-mijn-bed-show. Een warme winter, dat vinden we allemaal wel prima." Toch is de klimaatcrisis voor velen wel al heel zichtbaar, legt klimaatactivist Kauthar Bouchallikht uit. "Vooral aan de andere kant van de wereld. Gewassen verbranden, bosbranden hebben we begin dit jaar al gezien…"

Lees ook:

Het is allemaal te ver, denkt Jeroen Smit. "Twintig, dertig, veertig klinkt ver weg. De VN hebben een rekensom gemaakt; als de wereld 3 á 4 graden warmer wordt, zullen er vanaf 2040 tussen de 200 miljoen en 1 miljard klimaatvluchtelingen deze kant op komen."

Ondertussen is daar een drama gaande

Marco Verhoef

"Het komt toch echt steeds dichterbij", zegt Verhoef. "Je denkt dat klimaatvluchtelingen van ver weg komen, maar in Spanje zie je al dat het land aan het verwoestijnen is. Daar wordt het ook al een probleem en dat is helemaal niet zo ver weg. Daar gaan we gezellig op vakantie met z’n allen. Dan hopen we dat de zon schijnt, maar ondertussen is daar een drama gaande."

Een rampenplan

"We hebben crisis nodig", merkt Jeroen Smit op. "Onze ingenieurs die bidden tot God, vragen om dagelijks brood en af en toe een 'watersnood'. In de jaren '30, '40, '50 wisten we al lang dat die dijken niet goed waren. Pas na de Watersnoodramp in '53, waarbij zo'n 1600 mensen zijn verzopen, waren er opeens miljarden beschikbaar om die dijken op te hogen."

Lees ook:

Wie vervuilt het meest?

Heel lang hebben we gehoord: 'Een beter klimaat, begint bij jezelf'. Toch is dat niet helemaal waar, zegt Bouchallikht. “Wij hebben een eigen verantwoordelijkheid als burger, maar uiteindelijk gaat het er ook om: wie vervuilen het meest? De grote bedrijven."

"Wat we in die economie nodig hebben om die grote bedrijven te helpen, is dat de concrete prijs van dat geen dat zo moeilijk meetbaar is, meetbaar wordt gemaakt. De kunst is, om in onze economie het klimaat - bijvoorbeeld levende bomen - een waarde te geven, een getal, om CO2 heel concreet te belasten. Dan kunnen de rekenaars van de economie die waardes in hun spreadsheet zetten en meenemen in de rekensom. Dat is belangrijk. Dan wordt er een afweging gemaakt; gaan we die boom omzagen? Voor hout, papier, of laten we hem staan in het kader van het klimaat?" Aldus Jeroen Smit.