Je hebt gewerkt, nog een hapje eten bij familie of vrienden en daarna loop je nietsvermoedend van het station naar huis. Totdat een nachtmerrie werkelijkheid wordt: er vallen onverwachte klappen en er vloeien woorden die we het liefst niet willen herhalen. Het overkwam de 21-jarige Aron Korff. Homogeweld kan - en mag - nooit worden geaccepteerd. Dapper deelt hij zijn verhaal. Hoe gaat het nu? 

Aron Korff

Het is nog geen week geleden dat dit Aron overkomen is. Maar naar omstandigheden gaat het goed met hem, vertelt hij aan de telefoon. "Ik slaap slecht en ik durf niet echt alleen over straat. Maar naast de nekpijn die ik nog heb, heb ik ook een heleboel liefde ontvangen. Dat is wel fijn."

Wat is er precies gebeurd? 

"Ik had een avond gewerkt als gastheerder in de horeca, dat is wat ik doe naast mijn werk als content creator op social media. Daarna ben ik wat gaan eten bij mijn broer en heb ik de trein naar huis gepakt. Ik stapte uit bij Hoog Catharijne in Utrecht waar ik een aantal mensen passeerde. Uiteindelijk liepen twee jongens mij tegemoet. Ik probeerde ze al te ontwijken, want net als de anderen die ik gepasseerd was, liepen ze vrij breed. Toch stootte deze jongen alsnog hard met zijn elleboog tegen mij aan. Ik keek hem in de ogen en ik dacht meteen: dit is mis."

Het verhaal eindigt met een klap op mijn achterhoofd

Op dat moment ben ik doorgelopen, we zeiden niets tegen elkaar. Ik had oortjes in, dus ik heb het in ieder geval niet gehoord. Hij is mij blijkbaar gevolgd. Niet veel later klopt hij op mijn schouder waarop ik me omdraaide. Direct wilde hij mij slaan. Een vuist die ik nog enigszins kon ontwijken belandt op mijn jukbeen. Ik deed mijn oortjes uit en kreeg van alles naar mijn hoofd geslingerd: 'kankerflikker, homo, zemmer, kontennaaier'. Ik was compleet beduusd. Het verhaal eindigt met een klap op mijn achterhoofd, daarna is hij keihard weggerend", vertelt Aron. 

Dit bericht bekijken op Instagram

Gister is er iets gebeurd wat ik altijd in mijn achterhoofd heb gehad maar niet altijd rekening mee heb gehouden. Na een gezellige avond en een kleine reis met de trein stapte ik uit in Utrecht om naar huis te gaan. Nadat ik Hoog Catharijne uit liep en een aantal mensen gepasseerd had komt een jongen, samen met iemand anders, mij tegemoet lopen. Ondanks dat ik deze jongen probeerde te ontwijken stootte zijn elleboog tegen mij aan en keek ik hem in zijn ogen aan. Ik wist gelijk dat het mis was en liep verstandig door. Na een paar minuten werd er op mijn schouder geklopt door dezelfde jongen. Ik draai me om, kreeg een vuist op mijn jukbeen en werd verbaal met de grond gelijk gemaakt. Nadat ‘kanker flikker’, ‘vieze kanker homo’, ‘kontennaaier’, ‘zemmer’ en nog veel meer naar mijn hoofd geslingerd werd kreeg ik nog een klap op mijn achterhoofd. Na die klap rende deze jongen hard weg en bleef ik beduusd achter in een lege donkere straat. Ik wil met dit verhaal jullie erop wijzen dat ik dagelijks op straat word uitgescholden, na gefloten en na gekeken word. Het is heel gek, maar dat ben ik gewend. Nadat dit gister avond is gebeurd weet ik dat ik vaker dan eerst achterom zal gaan kijken en minder snel in mijn eentje op straat zal gaan lopen. Ik zal even niet op social media zijn zodat ik wat kan doen tegen de pijn van mijn nek en om deze gebeurtenis te verwerken. En voor de beste jongeman die dit heeft gedaan; Ik kom erachter wie je bent. X

Een bericht gedeeld door Aron Korff (@mokkels4mokkels) op 13 Sep 2020 om 11:13 (PDT)

Verstijfd en vol vragen

Direct nadat de dader de benen heeft genomen, belt Aron zijn moeder. "Totdat ik thuis was is ze aan de lijn blijven hangen. Ze wilde naar mij toekomen maar ik dacht toen nog, ik ga gewoon snel naar huis om te slapen." Van slapen is uiteindelijk weinig gekomen. "Ik was nog helemaal verstijfd en had heel veel vragen. 'Wat had ik anders kunnen doen? Wat heb ik verkeerd gedaan?' Vragen die door mijn hoofd spookten terwijl ik weet dat ik niets verkeerd heb gedaan."

Het scenario blijft zich afspelen, legt Aron uit. "Wat gebeurde er precies? Wat was mijn aandeel hierin? Een beetje vergelijkbaar nadat je een discussie met iemand hebt gevoerd: achteraf denk je altijd, had ik maar dit of dat gezegd. Het is menselijk om je af te vragen wat je zelf hebt gedaan. Als ik een grote bek had gehad, dan had ik het misschien nog kunnen begrijpen, maar dat had ik niet."

Een dikke huid

Het nafluiten, uitschelden, mensen die je aanstaren… "Ik ben dat intussen wel gewend. Dat is niet eens meer het ergste. Het klinkt misschien ongelooflijk stom, maar je went eraan. Als ik naar de stad ga, dan weet ik dat mensen mij zullen aanstaren, dat ik word uitgescholden. Dat doet me niets meer, dat gebeurt zó vaak. Ik heb voornamelijk door vele haatreacties die ik online kreeg een huid gecreëerd. En ook tijdens mijn middelbareschooltijd heb ik het heel vaak moeten horen."

Ja, ik wil aandacht voor dit onderwerp, niet voor mezelf

Nadat ik mijn verhaal heb gedeeld, stroomden de reacties binnen. Met liefde, maar ook mensen die zeiden: oh, wil je aandacht? En ja, ik wil aandacht voor dit onderwerp, maar niet voor mijzelf. Ik wil aandacht voor de gebeurtenis en wat we hieraan kunnen doen. Er zijn genoeg mensen die vergelijkbare dingen meemaken, maar niet worden gehoord. Dat mijn verhaal nu wél wordt gehoord, is soms best overweldigend voor mij, maar ik vind ik dat ik er iets mee moet doen. Dat is belangrijk."

Lees ook:

Hij voelt een verantwoordelijkheid om deze gebeurtenis niet in de doofpot te stoppen, maar dat maakt het niet makkelijk. "Op dit moment voelt het ook een beetje alsof ik word geleefd. Het klinkt gek om te zeggen, maar het gaat de hele dag over mij. Een beetje alsof je jarig bent, maar dan op een verschrikkelijke manier. Iedereen stuurt je een appje, maar in plaats van felicitaties, willen mensen dan weten hoe het met je gaat."

Doe aangifte, praat erover met mensen en stop het vooral niet in de doofpot

Wat nu?

"Ik heb inmiddels aangifte gedaan. Dat is voor veel mensen een moeilijke stap. Ik vond het zelf ook lastig. Ik heb het drie, vier dagen later online gedaan. Het is fijn dat dat een optie is, want dan kan het in je eigen tempo. Je moet precies vertellen wat er is gebeurd, hoe diegene eruitziet. Dat vraagt veel van je. Je herleeft het hele proces, dat je eigenlijk pas net aan het verwerken bent. Dat is eng. Er zullen veel mensen zijn die op dat punt denken: laat maar. Toch is het heel belangrijk. Alleen dan worden dit soort criminaliteitscijfers in kaart gebracht. Dat is nodig in het proces naar meer veiligheid."

Praten helpt mij nu heel erg, met vriendinnen, met mijn moeder. Ik ben ook met COC Midden-Nederland in gesprek gegaan. Zij gaan een discriminatie meldpunt opzetten waar ik aan mee ga werken. Wat ik het liefste zou willen is dat dit soort dingen nooit meer gebeuren, bij niemand niet.” Toch is dat ideaal voorlopig nog niet in zicht, denkt Aron.

Lees ook:

De dader is nog niet in beeld. Of Aron iets tegen hem zou willen zeggen… Daarop is het antwoord na even twijfelen toch een ferme ''nee'. Waarom zou ik nog iemand recht in de ogen aan willen kijken die mij een trauma heeft opgeleverd? En zijn boodschap aan anderen die dit moeten meemaken? Daarover is hij heel helder: "Spreek je uit. En laten we vooropstellen: dit mag nooit gebeuren. Maar als het dan toch gebeurt, doe aangifte, praat erover met mensen en stop het vooral niet in de doofpot."