50 jaar terug in de tijd; naar het magische muziekjaar 1971. De Rolling Stones brengen Sticky Fingers uit, David Bowie maakt Hunky Dory en de verschillende Beatles gaan door met hun solocarrières. Maar er is één plek die muzikaal wel héél vruchtbaar blijkt te zijn: Los Angeles. 

 

Leo Blokhuis 1971

"Het is een ongelooflijk inspirerende tijd", zegt Leo Blokhuis over de jaren ‘70. Er was daar in LA een kleine groep muzikanten en artiesten die enorm persoonlijke muziek hebben gemaakt, vertelt hij. Het werd soft rock, ofwel, de mellow maffia was geboren.

Liedjes waar je stevig aan vast kunt houden

"In de jaren ‘60 is popmuziek een fenomeen dat door componisten gemaakt wordt, dat door baasjes geregeld wordt en wat in studio’s gemaakt wordt. Onder invloed van Dylan en The Beatles wordt muziek steeds meer naar de artiesten zelf toegetrokken. Niet meer de hele schil eromheen, maar artiesten gaan zelf meer doen. Dat levert veel persoonlijkere liedjes op. Liedjes waar je je veel steviger aan vast kunt houden. Een cruciaal moment."

Het eigen leven in de muziek

"Als jij als vrouw een liedje moet zingen dat door twee mannetjes in een kantoortje in The Brill Building in New York geschreven…” Begint Blokhuis. Ja, dat lijkt voor iedereen een ingewikkelde taak. "Wanneer Joni Mitchell, Carole King, Judee Sill - prachtige artiesten - hun eigen leven op muziek gaan zetten, dan snijdt dat dwars naar binnen."

Dat ze met elkaar sliepen was prima

Los Angeles was als een magneet voor die groep artiesten, vertelt Blokhuis. Samen werken, samen leven, als collega’s klinkt dat misschien ingewikkeld, maar in dit geval kunnen we het zien als een voordeel. "Dat ze met elkaar sliepen was prima, dat levert ook weer spannende liedjes op, en ze werkten ook heel erg met elkaar. Ze kregen relaties en dat werd dan weer bezongen in de liedjes." Dat heeft de nodige prachtige platen opgeleverd.

Relaties én break-ups tussen artiesten in de jaren zeventig zorgde volgens @LeoBlokhuis voor veel herkenbare nummers. #ditisM pic.twitter.com/1uQ1QaZCJv

— Margriet van der Linden (@dit_is_M) January 29, 2021

Zo gingen Crosby, Stills, Nash (& Young) uit elkaar. Dat kunnen we een verlies noemen, zegt Blokhuis. "Maar als dat vervolgens vier prachtige soloalbums oplevert, dan zeg ik, tel uit je winst." Ook de relatie tussen Graham Nash en Joni Mitchell hield geen stand, maar diezelfde dag schreef Nash ‘Simple Man’. "Het is persoonlijk, juist daardoor is het zo herkenbaar en blijft het ook zo herkenbaar."

.@StephStruijk met 'You've got a friend' ❤️. #ditisM pic.twitter.com/8kINKkPkqO

— Margriet van der Linden (@dit_is_M) January 29, 2021

James Taylor is volgens Blokhuis de koning van de ‘mellow maffia’. "Een hartenbreker, knappe man, goede kop! Carole King aan het elastiek… Maar in dat jaar scoort hij wel zijn grootste hit met een nummer van Carole King ‘You’ve got a friend’. James Taylor is sowieso een held, als hij zijn mond open doet dan moet iedereen hem dicht houden." 

Benieuwd naar meer muzikale hoogtepunten uit 1971? Kijk hieronder het gesprek terug.